Vorige week keek ik vol verbazing naar mijn jongste avocadopitten op water. Ik vroeg me ernstig af hoe het nou kon dat ze supersliertige worteltjes hadden en al maanden niet echt tot plant uitgroeiden?! Terwijl Arie Avocado in no time een flinke plant was, zelfs toen hij alleen nog water tot zijn beschikking had.
En al snel zag ik het -oh zo logische- antwoord. Zelfs avocado’s ontwikkelen zich allemaal op hun eigen manier en tempo. Hebben hun eigen specifieke omgeving en omstandigheden nodig. En “doen” het anders even wat minder lekker.
Goh, de vergelijking met de hoogbegaafde kinderen die ik begeleid, is wel erg makkelijk zo hè?
Niet ieder hoogbegaafde kind is hetzelfde. Niet ieder hoogbegaafde kind vindt dezelfde soort uitdaging leuk. Niet ieder hoogbegaafde kind heeft zin in rekentijgers en andere boekjes. Niet ieder hoogbegaafde kind is creatief, goed met woorden of een kei in wiskunde. Niet ieder hoogbegaafde kind heeft problemen op sociaal en/of emotioneel vlak (juist niet, maar daar een andere keer meer over).
Ieder hoogbegaafde kind, ieder kind, ieder mens, heeft zijn eigen ontwikkeling, uitdagingen, voorkeuren en voedingsbodem. Laten we alsjeblieft kijken naar wat een kind nodig heeft, waar hij blij van wordt, waar zijn kwaliteiten liggen. Wat het water is waardoor hij weer kan zwemmen, welke aanpak ervoor zorgt dat zijn vleugels weer vliegklaar voelen.
Wat heeft jouw kind nodig? Wil je het hieronder met me delen?