28 jaar geleden ging mijn moeder met mij naar het zwembad. Mijn tante en neefje gingen ook mee, die logeerden bij ons.
Mijn moeder had mijn tante verteld over mijn driftbuien, hoe moeilijk ze het ermee had. Mijn tante begreep er niets van. Ik was immer zo’n lief, meegaand en gezellig kind?
We hadden aparte kleedhokjes. Van die kleintjes, waar je de deur van sluit met het omklaprandje van het bankje. En die vooral niet geluidsdicht zijn. Ik waande me alleen met mijn moeder en op dat moment kwamen alle prikkels eruit. Schreeuwde en huilde ik. Wilde ik niks meer.
Mijn tante was stomverbaasd. En begreep eindelijk wat mijn moeder bedoelde.
Als ik aan dit verhaal denk raakt het me dat ik alleen bij mijn moeder boos durfde te zijn. Dat het voelde als de enige plek waar ik me niet aan hoefde te passen. Waar ik mocht zijn wie ik was, met alle narigheid die erbij hoorde.
Wat ik je wil meegeven? Dat jij mogelijk ook die plek bent voor jouw kind. Dat het soms kneiterzwaar is dat anderen alleen maar een vrolijk kind zien, terwijl jij wel beter weet.. Dat het zó moeilijk is om anderen aan hun verstand te peuteren dat je kind méér of iets anders nodig heeft. Want zij hebben immers nergens last van.
Ik zie jou. Ik ken je verhaal. Je doet het goed. Wat fijn dat jouw kind zo’n plek heeft.