Met een grens geef ik aan: “hier eindigt de ander en begin ik”. Door middel van grenzen geef ik aan wat ik fijn vind.
Jarenlang vond ik het moeilijk om mijn grenzen aan te geven. Waar dat aan lag? Ik voelde ze niet eens. Ik versmolt met de ander, nam behoeftes, verlangens en gewoontes over. Ik had niet door dat een ander over mijn grenzen ging. En de ander had over het algemeen ook geen flauw idee, als ik het al niet wist.. Nu vraag ik me af: kan een ander over mijn grenzen gaan, als die grenzen eigenlijk niet eens bestaan?
Door (veel) te oefenen met bekenden en coaches, in privé situaties en in werk, word ik er langzaam beter in. Ik moet erover nadenken, heel bewust voelen. Wat is van de ander, wat is van mij? Wat wil ik eigenlijk en wat is daarvoor nodig?
En belangrijker nog: welke overtuigingen mag ik loslaten? Een hele hardnekkige voor mij: “als ik mijn grenzen aangeef, vinden mensen mij niet meer leuk”. En uiteindelijk betekende dat (voor mij) een keuze tussen goed voor mezelf zorgen en alleen zijn, of slecht voor mezelf zorgen met andere mensen om me heen.
Door al het oefenen kom ik steeds vaker tot de conclusie dat het allebei kan. Dat grenzen stellen misschien zelfs wel een voorwaarde is voor relaties, in werk of privé. Dat grenzen duidelijkheid bieden, een richting, rust.
En Ik vraag me af, hoe ga jij om met grenzen? Stel jij grenzen naar de buitenwereld? Naar je kind? Niet ten behoeve van de ander, maar omdat het voor jou beter is?