Doe jij alles met de achterliggende gedachte dat je je kind gelukkig wilt zien en de wereld als een betere plek achter wilt laten? Alleen loop je hier tegenaan:

• Je bent al moe als de wekker gaat. Je zet (het geluk van) anderen altijd op de eerste plaats, vér boven dat van jou. Je hebt geen tijd en energie voor jezelf, je wensen, verlangens & om goed voor jezelf te zorgen. Je voelt dat je leegloopt, maar op het moment dat je eens ‘nee’ zou zeggen dan heb je het idee dat je een slechte moeder / vriendin / collega bent.
• Je twijfelt over wie je bent, waar je goed in bent en wat je leuk vindt. Je vraagt je soms af of je leven wel de moeite waard is en of het voor jou wel mogelijk is om gelukkig te zijn.
• Je voelt je anders dan mensen om je heen. Je bent soms bang dat er iets mis is met jou. Dat je raar bent, de enige met jouw gedachtes en gevoelens. Je hebt het idee dat niemand je begrijpt en voelt je daardoor eenzaam. Je herkent veel van jezelf in je kind en vraagt je af wat dat betekent.
• Je bent onzeker over jezelf en voelt je afhankelijk van de mening en goedkeuring van anderen om je goed te voelen en zelfvertrouwen te ervaren. Je bent bang om “het” verkeerd te doen, er niet bij te horen en alleen over te blijven. Je past je continu aan en doet altijd je best om leuk gevonden te worden.
• Je kunt dagen wakker liggen van- en nadenken over- gesprekken die je moet voeren, bijvoorbeeld met collega’s, vriendinnen of familie. Je maakt overzichten met voors- en tegens, weegt risico’s af en beredeneert alles vanuit ratio. Je hoofd draait overuren.